VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Beursgenoteerde ondernemingen leggen in hun verslaglegging nadruk op omzet, winst en marge, maar geven vaak te weinig informatie over het kapitaal dat nodig is om deze te realiseren. De VEB vraagt dat bedrijven opener zijn over de rendementen die op het geïnvesteerde kapitaal (kunnen) worden behaald.

Dat stelt de VEB in haar speerpuntenbrief Direct naar brief, die ieder jaar verzonden wordt aan alle ondernemingen met een beursnotering aan het Damrak.

Het bestaansrecht van ondernemingen wordt geschraagd door het creëren van waarde.

Daarbij is een centrale rol weggelegd voor het genereren van voldoende rendement op het geïnvesteerde kapitaal. Het is en blijft voor beleggers dan ook essentieel om gedegen inzicht te krijgen in de rendementen die ondernemingen weten te realiseren op de aan hen toevertrouwde middelen.

Uit een analyse van VEB blijkt dat een aanzienlijk deel van de bedrijven - bijvoorbeeld Heineken, PostNL en TomTom – nalaat om inzicht te geven in het rendement dat wordt behaald op het geïnvesteerde kapitaal.

Slechte uitleg
Bij de beursfondsen die wel een rendementsmaatstaf publiceren, is vaak lastig te achterhalen hoe het rendement precies is becijferd, omdat onduidelijk blijft welke componenten – zowel ten aanzien van het winstbegrip als de post geïnvesteerd kapitaal – bij de berekening zijn meegenomen.

Aangezien er geen eenduidige standaard voor het begrip rendement op geïnvesteerd kapitaal bestaat, is het lastig de gepubliceerde rendementen zonder enige verdere uitleg op waarde te schatten. Rendementen kunnen sterk worden beïnvloed door componenten als immateriële activa, belastingen en deelnemingen wel of niet mee te nemen in de berekeningen. 

De VEB is van mening dat veel bedrijven, waaronder KPN, Philips en SBM Offshore, transparanter moeten zijn over de door hen gepubliceerde prestatiemaatstaven in het jaarverslag.

Deze groep ondernemingen kan op dit vlak een voorbeeld nemen aan RELX, DSM en Unilever, die meer openheid geven over de gemaakte sommen. 

ESG
De drie andere speerpunten voor de VEB zijn de verplichtingen ten aanzien van duurzaamheid en de oproep voor een gedegen uitleg over nieuwe boekhoudregels en de post goodwill op de balans. 

De VEB verwacht op het vlak van duurzaamheid onder meer dat ondernemingen een gedetailleerd overzicht geven van de risico’s en kansen die het gevolg zijn van klimaatverandering en waarvan op (lange) termijn invloed verwacht kan worden op het businessmodel.

Ook verneemt VEB graag op welke wijze en jegens welke partijen de onderneming zich verantwoordelijk acht voor nakoming van het ESG-beleid waarover zij mededeling doet in het jaarverslag.

Vergelijk
Ten aanzien van nieuwe boekhoudregels die – kort gezegd – bepalen dat leaseverplichtingen als schuld op de balans moeten worden gezet vraagt de VEB om een heldere uitleg.

Doordat aannames per onderneming kunnen verschillen, zou het doel van de nieuwe regels om ondernemingen beter vergelijkbaar te maken ondermijnd kunnen worden. 

Graag ziet VEB een heldere motivering voor door beursgenoteerde ondernemingen gemaakte aannames, waarbij de nadruk ligt op de keuze van de discontovoet waartegen de toekomstige leaseverplichtingen contant worden gemaakt.

Over de VEB Speerpuntenbrief

Jaarlijks bezoekt de VEB vrijwel alle aandeelhoudersvergaderingen van beursgenoteerde ondernemingen in Nederland. De VEB geeft deze speerpunten extra aandacht in de dialoog met de ondernemingen, onder meer op de aandeelhoudersvergadering.

De VEB streeft naar een heldere en inhoudelijke dialoog tussen raad van bestuur, raad van commissarissen en aandeelhouders. De jaarlijkse speerpuntenbrief is daarbij een belangrijk startpunt van gesprek en wordt gestuurd naar alle beursgenoteerde bedrijven.